ambtsperiode

ambtsperiode
ambtsperiode, ambtstermijn{{/term}}
mandat 〈m.〉〈van president〉présidence 〈v.〉〈van rechter〉magistrature 〈v.〉〈van burgemeester〉mairie 〈v.〉〈van bisschop〉épiscopat 〈m.〉
voorbeelden:
1   de zevenjarige ambtsperiode 〈van Franse president〉 le septennat

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать курсовую

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”